ZOEKEN

MEER BESCHRIJVINGEN

Bekijk alle beschrijvingen in het overzichtNaar overzicht»

DWARSDOORSNEDEN

In Google Maps

Maak een doorsnede»

FOSSIELVONDSTEN

Fossielen op de kaart van Nederland

Bekijk de kaart»
Geologie van Nederland
is een initiatief van

Haliet

Ooit wel eens een mineraal gegeten? Ongetwijfeld, je eet dagelijks haliet. Haliet is namelijk keukenzout. Dit mineraal speelt al eeuwenlang een belangrijke rol in verschillende culturen. Romeinse soldaten kregen zelfs uitbetaald in dit mineraal.

Karakterisering

Haliet is waarschijnlijk het bekendste mineraal uit de Nederlandse bodem. Haliet is namelijk gewoon steenzout of keukenzout, een mineraal dat we allemaal dagelijks gebruiken en dat ons lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren. Steenzout is erg zacht en vervormbaar. Door de druk van bovenliggende aardlagen komt het steenzout in de Nederlandse ondergrond vanuit de diepte in gigantische zoutpijlers omhoog. De naam komt van het Griekse halos, dat zowel zeewater als zout betekent. Haliet is gesteentevormend, dat wil zeggen dat het in zulke grote hoeveelheden voor kan komen dat het een afzetting vormt. Overal ter wereld worden deze afzettingen geëxploiteerd, ook in Nederland, dat tot 's werelds grootste zoutproducenten behoort.

Ontstaanswijze

Haliet ontstaat door het verdampen van zeewater. Mineralen en gesteenten die op deze manier ontstaan noemen we indampingsgesteenten of evaporieten. Als zeewater verdampt blijven de in het water opgeloste stoffen, zoals zout, achter. Tijdens het Laat-Perm (255 miljoen jaar geleden) en tijdens het Laat-Trias (220 miljoen jaar geleden) lag ter hoogte van Nederland een binnenzee en heerste een warm en erg droog klimaat. Hierdoor verdampte er veel water en bleef het zout achter. Door herhaaldelijk instromen van nieuw zeewater dat opnieuw verdampte ontstonden dikke zoutpakketten.

 

Een hoeveelheid water kan maar in beperkte mate zouten oplossen. Dit is vergelijkbaar met het oplossen van suiker in je thee. Als je er te veel in doet zal het op de bodem van je kopje blijven liggen. Bij het indampen van water gebeurt in principe hetzelfde. Er wordt dan alleen geen zout toegevoegd, maar water weggehaald (verdamping), waardoor de concentratie zout hoger wordt. Wanneer deze concentratie een bepaalde waarde overschrijdt kunnen de zouten niet meer in oplossing blijven. Er vormen zich zoutkristallen die naar de bodem zakken en daar neerslaan.

 

Behalve uit zeewater kunnen indampingsgesteenten ook ontstaan door verdamping van rivierwater, zoals in zoutmeren in Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Amerika. De samenstelling van de afgezette zouten verschilt echter sterk door de variatie in de opgeloste stoffen.

Alhoewel in Nederland de basis van zoutpakketten op een diepte van 3-4 kilometer ligt, komt het ook voor op enkele tientallen meters onder het oppervlak. Dit komt doordat het zout uit de diepte omhoog gekropen is. Zout is een vrij zacht gesteente en dus makkelijk vervormbaar. Ook is zout minder zwaar dan de meeste andere gesteenten. Deze twee eigenschappen zorgen ervoor dat zout de neiging heeft omhoog gedrukt te worden door spleten. Hierdoor zijn er in de Nederlandse ondergrond een soort torens van zout gevormd die ook wel zoutpijlers genoemd worden.

Toepassingen

Zout wordt veel gebruikt in de bestrijding van gladheid.

In de oudheid behoorde haliet (zout) tot de belangrijkste mineralen die verhandeld werden. In Oostenrijk zijn bewijzen voor een van de eerste zoutwinningen gevonden. Er werd hier namelijk al 1500 jaar voor het begin van de jaartelling in het gebied Salzkammergut steenzout gemijnd. Schoppen, ladders en andere mijnbouwwerktuigen zijn goed bewaard gebleven door de conserverende werking van zout. De conserverende werking van zout kwam ook erg van pas om vlees en vis te kunnen bewaren. In Nederland werd al in de vroege IJzertijd (800-500 v. C.) zout uit zeewater gewonnen en verhandeld. Toen de Romeinen ons land veroverden in de eerste eeuw voor Chr. werd deze grondstofwinning uitgebreid.

 

Vanwege de grote behoefte aan zout was het vroeger erg veel waard. Het bekendste voorbeeld hiervan is wel het salaris van de Romeinse soldaten. Dat bestond uit zout. Ons woord salaris is afgeleid van het Latijnse woord 'salarium', dat zoutrantsoen betekent. Om een idee te geven van de vroegere waarde van zout: met vijf kilo zout kon je begin 16e eeuw een huis kopen in Amsterdam. Tegenwoordig heb je voor zo'n huis minstens een half miljoen kilo zout nodig. Er werd vroeger dan ook vaak belasting geheven op zout. De meest beruchte zoutbelasting was misschien wel de 'gabelle'. Dit was een zoutbelasting in Frankrijk in de 18e eeuw. Het wordt gezien als een van de aanleidingen voor de Franse Revolutie.

 

Tegenwoordig is zout veel minder waard, omdat productie nu op grote schaal plaatsvindt. Voor het tijdperk van de koelkasten werd zout nog gebruikt om voedsel te conserveren. Dat gebeurt tegenwoordig niet veel meer, alhoewel zout nog wel in veel producten wordt toegevoegd om de houdbaarheid te verlengen. Hierdoor krijgen we vaak meer zout binnen dan gezond voor ons is.

 

Zout wordt ook veel gebruikt in de bestrijding van gladheid. Wanneer de wegen glad worden door sneeuw of ijzel rukken de strooiwagens uit om zout over het wegdek te strooien. Zout zorgt ervoor dat het smeltpunt van water 10 °C lager komt te liggen, zodat het ijs sneller smelt. Een andere eigenschap van zout is dat het een wateronthardend effect heeft. Daarom is het een ingrediënt in bijvoorbeeld vaatwasttabletten.

Voorkomen in Nederland

Boorkern van steenzout, afkomstig van een diepte van 2716 meter in een boring nabij Barradeel (Friesland).
Tegenwoordig wordt er uit de ondergrond van Nederland steenzout gewonnen uit het Perm bij Hengelo en uit de Zechstein bij Zuidwending en Winschoten, op dieptes van 600-1600 meter. Bij Barradeel in Friesland wordt zout uit de Zechstein gewonnen op een diepte van 2500-3000 meter. Dit is de diepste steenzoutwinning ter wereld! Het zout wordt gewonnen door het zout op te lossen in naar beneden gepompt water, het vervolgens weer omhoog te pompen en het zout er weer uit te halen door het water te verdampen, een methode die de Chinezen al in 400 voor Chr. gebruikten. De totale Nederlandse zoutproductie bedraagt zo'n vier tot vijf miljoen ton per jaar. Nederland is daarmee de grootste zoutproducent van Europa en een van de grootste van de wereld. Zelf mooie halietkristallen vinden in Nederland is erg lastig, want het komt niet voor aan de oppervlakte. Kleine kristalletjes kan je echter genoeg tegenkomen. Lik maar eens aan je huid nadat je een duik in de zee hebt genomen. De zoute smaak komt van ontelbare kleine zoutkristalletjes die onder invloed van het zonlicht uit zeewater op je huid zijn gekristalliseerd.

Eigenschappen

  • Chemische groep: halogeniden
  • Chemische formule: NaCl
  • Kristalstelsel: kubisch
  • Hardheid: 2,5
  • Dichtheid: 2,16 gr/cm3
  • Splijting: perfect
  • Kleur: kleurloos of wit. Verontreiniging met andere mineralen kan het ook rood, blauw, paars en geel maken
  • Glans: glasachtige tot vettige glans

 

- Guido Beenhakker, Naturalis

Meer informatie

»

Bloemers, J. H. F., L. P. Louwe Kooijmans & H. Sarfatij, 1981. Verleden Land: archeologische opgravingen in Nederland. - Meulenhoff, Amsterdam. 192p.

»

Gans, W. de & H. Bunk, 2006. Geologieboek Nederland. - ANWB, Den Haag. 160p.

»

Hurlburt, C.S., 1970. Minerals and Man. - Thames & Hudson, London. 304p.

»

Kouřimskỳ, J., F. Tvrz & H. Bijl, 1980. Mineralen in woord en beeld. - U.M. Holland, Haarlem. 351p.

»

Nijland, T. G., J. C. Zwaan, D. Visser & J. Leloux, 2007. De mineralen van Nederland. - Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden. 104p.

»

Perkins, D., 2002. Mineralogy. - Prentice Hall, New Jersey. 483p.

Auteurs

  • Guido Beenakker

Meer beschrijvingen